Tennis is een balsport voor twee of vier spelers. Het heet enkelspel als één speler tegen een andere speler tennist. Dubbelspel speel je met twee tegen twee. De spelers slaan een kleine bal met een racket naar elkaar toe over een net. Een raket is een steel met aan het eind een verbreding. Daarin zijn snaren van nylon gespannen. Met de snaren raak je de bal.
Het doel van het spel is om de bal zo te slaan, dat de tegenstander hem niet terug kan spelen. In Nederland tennissen meer dan 1 miljoen mensen. Daar zijn 140 duizend kinderen bij. Na voetbal is tennis de meest populaire sport in Nederland. Steeds meer kinderen gaan tennissen. Het is leuk om met vrienden en vriendinnen te doen. Of met je ouders, want tennis is en sport voor elke leeftijd.
Op de tennisbaan
Een tennisbal slaan kan overal. Tegen de muur van je huis, op het schoolplein. Maar tennissen volgens de regels leer je op de tennisbaan. Dat is een speelveld met lijnen en vakken. De lijnen zijn de grenzen waar tussen je speelt. Midden in het veld is het net. Op de meeste tennisbanen ligt fijn gemalen rode baksteen of gras. In Nederland is dat meestal kunstgras.
Waar komt tennis vandaan?
Tennis is ontstaan uit het kaatsen. Dat is een oude balsport waarbij de bal met de hand naar elkaar wordt toegeslagen. In de middeleeuwen speelden de mensen in Frankrijk het veel. Daar werd het jeu de paume (zeg: zjeu de poom) genoemd. In 1874 bedacht een Engelsman een nieuw soort kaatsspel. Hij gebruikte ballen van rubber. De baan werd lijnen afgebakend. Het net kwam erbij. De spelregels en de puntentelling werden vastgelegd.
De langste wedstrijd ooit
In 2010 werd de langste wedstrijd ooit gespeeld. Dat was op Wimbledon. Deze wedstrijd duurde 11 uur en 5 minuten. Met deze wedstrijd haalde de spelers zelf vier records: de langste partij, de langste set, de meeste games in een wedstrijd en de meeste games in een set.
3775