Gebruikerswaardering: 5 / 5

Mensen die blind of slechtziend zijn, missen een zintuig. Met zintuigen vangt het lichaam signalen van buitenaf op. Een geur bijvoorbeeld wordt door de neus geroken. Een beeld zie je met je ogen. Vingers voelen vormen en materialen. Oren horen geluiden. En met je tong proef je smaken. De vijf zintuigen geven mensen een compleet beeld van de wereld om hen heen. Blind zijn is een handicap. Een deel ven je lichaam werkt niet helemaal goed. Dat is lastig, maar je kunt er mee leren leven. 

Blinden of slechtzienden gebruiken andere zintuigen beter. 

Ze kunnen vaak scherper horen dan ziende mensen. Ze gebruiken hun handen om vormen en materialen te herkennen. Een fles voelt koud en hard aan. Honing is kleverig, ijs is koud en koffie warm. 

Mensen die kunnen zien, voelen veel minder goed. Blinden gebruiken hun vingers ook om te kunnen lezen. De wijsvinger is het belangrijkst. Als een blinde zich in de vingers snijdt, is dat heel erg. Want met een pleister om kan hij niet meer lezen.

Vroeger werden er voor blinden grote letters van stof of hout gemaakt. Ze konden dan voelen welke woorden er voor hun lagen.

Maar omdat de letters heel groot waren, was het een onhandige manier van lezen. De letters van stof werden wel eens in schriften geplakt, zodat er een soort boek ontstond. De houten letters werden los gebruikt. Er werden woorden van gelegd. Om een paar zinnen te maken, lag soms de hele vloer van een klaslokaal vol met houten letters. Dat was niet echt handig.

Louis Braille heeft het brailleschrift bedacht. Dit schrift bestaat uit zes punten. Per letter of cijfer wordt er een teken gebruikt. Deze tekens worden met reliëfpunten op het papier gemaakt. Deze punten steken uit, zodat je ze kunt voelen.

Bron: jun. Inf. nr.86

8817