Gebruikerswaardering: 5 / 5

De aarde cirkelt een beetje scheef in een baan rond de zon. Over die baan doet hij precies een jaar. In de herfst en de winter staat het bovenste deel van de aarde, het noordelijk halfrond, van de zon af. In dit deel ligt Nederland. Dan is het hier kouder, doordat we verder weg zijn van de zon. In de lente en de zomer staat het onderste deel van de aarde, het zuidelijk halfrond, van de zon af.

In Nederland is het dan warmer, doordat de zon dichterbij staat. De baan die de aarde om de zon maakt, is niet rond maar ovaal, als de vorm van een ei. De afstand tussen de aarde en de zon is dus niet het hele jaar door hetzelfde. Hoe verder de aarde van de zon af staat, hoe kouder het is. Op 21 december staat het noordelijk halfrond het verst van de zon af. Daarna komt het noordelijk deel van de aarde steeds weer een beetje dichter bij de zon.

In het begin van de winter vallen de stralen van de zon schuiner op het noordelijk halfrond dan aan het einde. Hoe dichter de aarde weer bij de zon komt, hoe rechter de stralen van de zon op de aarde vallen. Dat kun je goed zien aan je schaduw. Als je in december om twaalf uur ’s middags buiten staat, is je schaduw veel langer dan eind maart rond dezelfde tijd.

Na 21 december worden de dagen elke dag weer een beetje langer. In het begin valt dat nog niet zo op. Maar eind januari merk je goed dat het ’s ochtends vroeger licht is en ’s avonds later donker wordt. Dan is er meer daglicht.

AVI-7

Bron: Bron: Schuurman, I. en M. van Thiel (2004), Winter, in Junior informatie, nr. 125, pag. 5,6.

12524