Niet alle kinderen groeien op bij hun echte of biologische ouders. Ze zijn geadopteerd door andere ouders. De echte ouders doen afstand van hun kind omdat ze er zelf niet voor kunnen zorgen. Meestal zijn ze daar te arm voor. Het kan ook zijn dat de vader is weggelopen of is overleden. De moeder heeft dan geen geld genoeg om de kinderen eten te geven. Soms is er zelfs geen huis om in te wonen. Het kind wordt ter adoptie aangeboden. Dat gebeurt niet altijd openlijk. Het kind wordt ook wel achtergelaten bij een ziekenhuis of kindertehuis. Voor de meeste moeders is het erg moeilijk om een kind af te staan. Ze doen het omdat ze geen andere uitweg zien.
Gelukkig zijn er mensen in rijkere landen die een kind willen adopteren. Dat doen ze meestal omdat ze zelf geen (gezond) kind kunnen krijgen. Andere adoptieouders hebben zelf wel kinderen. Zij nemen een adoptiekind om het een betere toekomst te geven.
Een kind adopteren gaat niet van de ene op de andere dag. Het kan wel drie tot vijf jaar duren. Eerst worden de ouders die een adoptiekind willen uitvoerig ondervraagd. Dat doet de Raad van Kinderbescherming. Hebben zij wel goed nagedacht? Krijgt het kind wel goede ouders? Als alles in orde is, kunnen de toekomstige adoptieouders zich laten inschrijven bij een bemiddelingsbureau. Ze kiezen een land waaruit ze het liefst een kind willen. Dat kan ook uit het eigen land zijn. De meeste adoptiekinderen komen uit het buitenland.
Het bureau probeert een kind te zoeken dat bij het gezin past. Het kan wel een jaar duren voordat er een voorstel komt. De ouders krijgen allerlei dingen over het kind te horen. Bijvoorbeeld naam, leeftijd, gezondheid en hoe het kind nu leeft. Pas als ze ja gezegd hebben, zien ze foto’s van het kind. Tenslotte moet het land waar het kind woont akkoord gaan met de adoptie.
De eerste ontmoeting tussen het kind en de adoptieouders is een ontroerende gebeurtenis. Vooral voor het adoptiekind is het wennen: nieuwe ouders, ander eten en andere kleding, ander weer en een andere omgeving. En vooral: een vreemde taal. Soms kunnen adoptiekinderen zich moeilijk hechten aan de nieuwe ouders. Het kan zijn dat zij als baby of peuter te weinig liefde hebben gehad.
Veel adoptiekinderen willen later meer weten over hun natuurlijke ouders. Waar woonden ze, hoe heten ze en waarom hebben ze me afgestaan? Sommigen gaan naar het land van herkomst om hun vader of moeder te ontmoeten. Dat is niet altijd leuk. Soms horen ze verdrietige dingen.
5883