Onderzoekers in een ander land hebben een berg drollen gevonden van 240 miljoen jaar oud. De drollen zijn gelukkig versteend, dus ze zijn knoerthard en ze stinken niet meer.
De onderzoekers vonden acht van zulke mesthopen. Op sommige plekken lagen wel dertigduizend keutels op een hoop! Dan vraag je je natuurlijk af: waarom ligt al die poep bij elkaar? Nou, dat zit zo. Veel dieren poepen graag op dezelfde plek. Paarden in de wei bijvoorbeeld. Ze vinden het vies om op het gras te poepen dat ze later opeten. Van die poep zouden ze namelijk ziek kunnen worden. Als je met z’n allen op een grote hoop poept, blijft er meer fris gras over.
Neushoorns maken mesthopen om een andere reden: om met elkaar te praten. Elke neushoorn heeft zijn eigen geurtje. Wil een neushoorn weten welke neushoorns er in de buurt zijn? Even aan de poephoop snuffelen. En zelf een bericht achterlaten natuurlijk.
Maar wie hebben al die oude drollen nou gelegd? Er waren toen geen paarden en neushoorns en zelfs nog geen dino’s. Dat hebben de onderzoekers uitgezocht. Toen ze de poepstenen doorharkten, zagen ze resten van planten, maar geen botjes. Het moeten dus keutels van planteneters zijn. De onderzoekers keken ook naar de vorm van de drollen. Sommigen leken op eitjes of worstjes, andere op platte koeienvlaaien. Het kleinste keuteltje was zo groot als een pinda. De onderzoekers denken daarom dat het dieren waren die in grote kuddes leefden, met jonkies erbij.
Ze heetten “Dinodontosaurus”, maar het waren geen dino’s.
2317