Er zijn heel veel verschillende soorten dieren bekend, om hier overzicht in aan te brengen heeft men besloten om de dieren te verdelen in groepen met dezelfde kenmerken. Er zijn twee hoofdgroepen: gewervelde dieren en ongewervelde dieren. Deze tekst gaat over ongewervelde dieren.
De ongewervelde dieren hebben geen inwendig skelet, maar soms wel een uitwendig skelet. Geleedpotigen, wormen en weekdieren behoren tot de groep van ongewervelde dieren.
Geleedpotigen kun je uit elkaar houden door de poten van het dier te tellen. Spinnen hebben vier paar poten, dus acht poten in totaal. Insecten hebben drie paar poten en kreeftachtigen hebben vijf paar poten. Duizendpoten hebben twee poten per segment en dat zijn er lang geen duizend in totaal.
De regenworm of pier komt in Nederland veel voor. De regenworm leeft in de grond, in de winter kruipt de regenworm dieper in de grond voor een winterslaap. De regenworm is een belangrijke voedselbron voor de merel en de mol.
De bekenste weekdieren zijn slakken, schelpen en inktvissen. De meeste weekdieren leven in water, maar een deel van de slakken leeft op het land.
De meeste slakken hebben een uitwendig skelet, de schelp of het slakkenhuisje. Dit slakkenhuisje is niet het huisje voor de slak zelf, maar de organen van de slak zijn er in opgeborgen.
Wat wij kennen als schelpen worden eigenlijk tweekleppigen genoemd. De schelp is het uitwendige skelet van het weekdier. Als je op het strand een schelp vindt, dan is dit meestal de helft van dat uitwendige skelet. Soms vind je nog een levende tweekleppige, dan zit het weekdier nog in de schelp. Het diertje houdt met zijn sterke spier de schelp goed dicht en wacht tot het water hem weer meeneemt naar de zee.
Inktvissen komen in alle wereldzeeën voor. Inktvissen eten vis, kreeften en andere weekdieren. Ze grijpen hun prooi met de zuignappen op hun grijparmen. Inktvissen hebben een verharde bek, die lijkt op de bek van een papegaai. Veel inktvissen hebben een soort schelp. Sommige soorten, zoals de zeekat, hebben een inwendige schelp. Deze schelp spoelt vaak aan op het strand en wordt door vogels gegeten. In de schelp zit kalk wat de vogels nodig hebben bij het leggen van eieren.
1530