Een vleermuis heeft geen veren, maar een vlieghuid. Die zit tussen zijn lijfje, poten en staart. Sommige vleermuizen kunnen meer dan 50 kilometer per uur vliegen.
In de winter slaapt een vleermuis. Hij houdt een winterslaap.
1
Overdag slaapt de vleermuis. Als het donker wordt gaat hij op jacht. Hij vliegt snel en fladderend. Af en toe duikt hij. Hij eet insecten die ’s nachts rondvliegen, zoals motten en muggen. Die vangt hij in zijn open mond. Lukt dat niet, dan vangt hij ze op met zijn vleugels. Grote insecten neemt hij mee naar een vast eetplekje.
De vleermuis maakt heel hoge geluiden die wij niet kunnen horen. Als het geluid ergens tegen aan botst, komt het terug. Hij weet dan dat hij iets tegemoet vliegt. Als het een prooi is, kan hij die pakken.
3
In juli krijgt het vrouwtje haar jong. Alle vrouwtjes leven samen in één kamer. De mannetjes mogen daar niet komen. Het jong bijt zich vast aan de moeder om te kunnen zuigen. Als de moeder vliegt, gaat het jong dus mee.
8284