Sluiten

Citroenvlinder

Gebruikerswaardering: 5 / 5

Ster actiefSter actiefSter actiefSter actiefSter actief
 

Hoe ziet een vlinder eruit? 

Een vlinder is een insect. Aan zijn kop zitten twee voelsprieten. Aan zijn lijf zitten zes poten. Elke poot is lang en dun. Op zijn rug groeien vier grote vleugels. Een vlinder heeft een lange tong die hij kan uitrollen. Bij sommige vlinders ziet het mannetje er anders uit dan het vrouwtje. Bij andere vlinders zie je geen verschil.

 

Sommige vlinders hebben een felle kleur. Vogels schrikken daarvan en dat is maar goed ook, want anders eten ze de vlinders op. Vaak passen de kleuren van een vlinder bij de bloem waar een vlinder op gaat zitten. Dan valt hij minder op.

 

Verschillende soorten vlinders

Er zijn dagvlinders en nachtvlinders. Dagvlinders vliegen overdag en slapen als het nacht is. Nachtvlinders vliegen in de nacht en slapen als het dag is. Een nachtvlinder is vaak minder mooi gekleurd. De vleugels van een dagvlinder staan rechtop en die van een nachtvlinder liggen over elkaar.

 

Er zijn veel soorten vlinders. Bijvoorbeeld het koolwitje, de Atalanta, de dagpauwoog, het boomblauwtje, de kleine vos, de distelvlinder en de citroenvlinder. Zo zijn er nog veel meer. Er komen ongeveer drieënvijftig soorten dagvlinders voor in Nederland.

 

Voedsel 

In elke bloem zit sap. Dat sap is zoet. Het heet nectar. De vlinder rolt zijn tong uit en zuigt de nectar op. In sommige bloemen zit veel nectar. Op die bloemen zitten vaak veel vlinders. In andere bloemen zit weinig nectar. Op die bloemen zie je minder vlinders.

 

Eitjes

Een vrouwtje legt de eitjes op een blad van een plant. Uit elk eitje komt een rups. Sommige rupsen eten graag kool of brandnetels. Elke vlinder weet wat haar rupsen graag eten. Ze legt haar eitjes op die plant. De rupsen eten van het blad. Als het op is, gaan ze naar een ander blad. Samen eten ze de hele plant kaal. Een rups groeit heel hard. Maar zijn vel groeit niet mee. Het barst open. Dat is niet erg want onder zijn vel heeft de rups een nieuw vel. Een rups krijgt vijf keer een nieuw vel. Dan is de rups groot. Als de rups zover is, maakt hij een draad. Met die draad maakt hij zich vast aan een plant. Dan vervelt hij voor de laatste keer. Het vel van de rups wordt hard en hij is nu een pop. Van binnen verandert de rups in een vlinder. De jonge vlinder knabbelt de pop open. Dan kruipt hij eruit. Zijn vleugels zijn nat en plat. Hij laat ze drogen in de zon. Dan pompt hij ze vol met bloed, zodat de vleugels groot en stevig worden. De vlinder kan dan vliegen.

 

439 woorden.  4435

Laden...
Laden...
Ralfilezen.nl maakt gebruik van cookies om de website optimaal te kunnen laten werken. Uiteraard voldoen we aan de wettelijke eisen.
Informatie Ok