Als je een spannend boek leest, zie je het verhaal voor je als een film. Zo is dat ook bij de Harry Potter-boeken. Maar je kunt Harry’s avonturen ook echt in de bioscoop zien. Het is de bedoeling dat alle Harry Potter-boeken verfilmd worden. In 2001 kwam de eerste Harry Potter-film uit: Harry Potter en de Steen der Wijzen. Het maken van die film was een enorm werk. Eerst moesten er natuurlijk acteurs gezocht worden. Maar liefst zesduizend kinderen wilden de rol van Harry spelen. Die moesten auditie doen om te laten zien wat ze konden. Uiteindelijk werd de Engelse Daniel Radcliffe uitgekozen. Hij vond het spelen in de film hartstikke spannend. Vooral de stunts vond hij leuk om te doen. Het spannendst was de keer dat hij aan een hand aan zijn bezemsteel moest hangen, meters boven de grond.
Het grootste werk was het nabouwen van Zweinstein en de Wegisweg. Dat gebeurde in een loods waar vroeger vliegtuigen werden gemaakt. Joanne Rowling, de schrijfster van de Harry Potter-boeken, hielp mee met het ontwerpen van de gebouwen. Ze wilde dat alles er uitzag precies zoals zij het bedacht had.
Aan de film werkten honderden mensen mee: toneelspelers, cameramensen, en stuntmannen, die de gevaarlijke stunts deden. En ook mensen die voor speciale effecten zorgden. Zoals het vliegen op bezemstelen of als een spook door de muur zweven. Die dingen kunnen natuurlijk niet echt. Dus werden er stukken film op de computer gemaakt. In de film spelen vijftig kinderen mee. Die woonden tijdens de opnames in de filmstudio. Dat is de plaats waar gefilmd wordt. Ze gingen er zelfs naar school. Toen Joanne Rowling de eerste film zag, was ze tevreden. Het leukste vond ze om Zwerkbal te zien.
Bron: informatie junior. 2004, 129. AVI 6.
8984