Ontstaan van de haai.
Haaien zijn al heel lang op de wereld. De eerste haaien verschenen meer dan 40 miljoen jaar geleden. Er waren al haaien voordat er dinosaurussen bestonden: voordat er ook maar een enkel landdier bestond, zwommen er al haaien in de oceanen. Een van de meest opmerkelijke feiten is, dat de haaien in al die miljoenen jaren nauwelijks veranderd zijn. De eerste haaien waren al vanaf het begin in staat geschikt voedsel op te sporen Ze hadden volop te eten en er was dus weinig reden voor ze om te veranderen .De haaien zijn eigenlijk steeds gebleven wat ze al waren: dieren die heel goed in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Niemand weet precies hoeveel soorten er zijn. Dat komt, doordat nog niet alle wereldzeeën volledig zijn onderzocht. Alle haaien zijn wel vleeseters. En de meeste grijpen hun prooi met hun tanden. Het zijn echte rovers.
Uiterlijk van de haai.
Haaien zijn anders dan de meeste vissen. Een van de bijzonderheden van haaien is hun skelet. Haaien hebben niet één botje in hun lichaam. Hun skelet bestaat uit kraakbeen. Dat is hard, stevig en veel buigzamer dan bot. Haaien en hun verwanten worden dan ook de kraakbeenvissen genoemd. Een haai heeft om vooruit te komen al bijna genoeg aan de kracht van zijn staartvin. Er zijn grote haaien die heel snel kunnen zwemmen. Ze hebben een topsnelheid van meer dan 60 km per uur.
Haaien hebben merkwaardige uitdrukkingloze ogen. Sommige mensen vinden die blik koud en dreigend. Het oog van de haai is in het schemerlicht vermoedelijk tien keer zo gevoelig als dat van de mensen, waardoor hij zeer goed in staat is de prooi of andere haaien te lokaliseren in duistere wateren.
Gehoor.
Het best ontwikkeld zintuig van de haai is waarschijnlijk hun gehoor. Er zijn haaien die een prooidier vanaf meer dan 900 meter afstand kunnen horen. Ze kunnen ook horen uit welke richting het geluid komt en zwemmen er ook heel snel op af. Hoewel de oor openingen erg klein zijn, kan een haai zeer zachte geluiden en bewegingen in het water waarnemen en kan hij geluiden oppikken met zo’n lage frequentie dat de mens ze niet kan horen.
Reuk.
Tweederde van de hersenen van het dier doet dienst als reukcentrum. Op het moment dat de haai nog een paar 100 meter van zijn slachtoffer is verwijderd gaat hij waarschijnlijk op de geur af. Een bloeddruppeltje nog kunnen ruiken als het 100 miljoen maal is verdund. Door hun kop heen en weer te bewegen, kunnen haaien bepalen uit welke richting de geur afkomstig is.
Elektrisch zintuig.
Sommige haaien maken zelfs gebruik van elektriciteit als ze op jacht zijn. Ze kunnen heel kleine elektrische stroomstootjes ontvangen via de talrijke openingetjes die zich in de kop bevinden. Die gaatjes worden de ampullen va Lorenzini genoemd. Alle levende wezens zenden elektrische signaaltjes uit als ze ademen of zich bewegen. Haaien kunnen die signaaltjes ontvangen. Op dat moment weten ze dat er een mogelijk slachtoffer in de buurt is. Ze merken het al, als een andere in de buurt zijn spieren beweegt.
Tanden.
Tanden van een haaien hebben de meest uiteenlopende vormen , groot , klein , driehoekig, meerdere tandjes , s-vormig , krom . Ze kunnen scherp zijn maar ook gekarteld als een zaag.
Haaien hebben een gelaagde rangschikking van hun tanden. De functionerende tanden zijn de buitenste die rechtop staan. De dakpansgewijs geschikte tanden die daar achter liggen gaan pas werken als de voorste uitvallen.
Voedsel.
De witte haai is voortdurend op zoek naar voedsel. Hij eet: schilpadden en andere haaien. Maar het liefst eet hij zeeleeuwen en zeehonden. Men heeft witte haaien gevangen die niet groter waren dan 3 meter. Toen men deze open sneed vond men in een haai een zeeleeuw en in een andere haai een man van 1.80 meter. Stel je eens voor hoe de eetlust is van een exemplaar van 12 meter.
De witte haai is geen kieskeurige eter. Net als alle grote rovers moet hij flexibel zijn met zijn diner om voldoende voedsel te kunnen vinden.
13178