IJsberen (2)

Roofdieren

Lekker groot met een enorm dikke, zachte vacht. Je denkt misschien dat het over een knuffeldier gaat. Maar het gaat over een gevaarlijk beest: de ijsbeer. IJsberen zijn gevaarlijke roofdieren. Roofdieren voeden zich door andere dieren op te eten. Ze zijn slim, snel en beresterk. Een ijsbeer is heel groot. Als een mannetjes-ijsbeer op zijn achterpoten gaat staan, is hij net zo groot als een olifant. Vrouwtjes-ijsberen zijn iets kleiner, maar niet minder gevaarlijk. Een volwassen ijsbeer weegt 500 kilo.

 

Koud

De naam ‘ijsbeer’ past goed bij dit dier. IJsberen wonen op het ijs en zijn net zo wit als het ijs. IJsberen wonen in het gebied rond de Noordpool. Dat is het bovenste stukje van de aardbol. Daar is het altijd erg koud. Een ijsbeer heeft geen last van de kou. Zijn vacht bestaat uit twee lagen en is dus erg dik. Onder de vacht zit nog een laag vet. Deze laag kan wel 10 centimeter dik zijn. Als een ijsbeer gaat zwemmen, worden alleen de buitenste haren van de vacht nat. Dat is handig in het koude water.

 

Jagen

Door zijn witte kleur zie je de ijsbeer bijna niet in de sneeuw. Alleen zijn zwarte neus verraadt hem. IJsberen jagen graag. Ze jagen vooral op zeehonden. Soms zitten ze uren bij een gat in het ijs te wachten. Een zeehond kan niet lang onder water blijven. Daarom steekt hij af en toe zijn kopje even door het gat om adem te halen. De ijsbeer slaat hem dan met een klap bewusteloos. Daarna maakt hij de zeehond dood door hem in zijn nek te bijten.

 

IJsberen bekijken

Als jij ijsberen wilt bekijken, kun je het gemakkelijkst naar een dierentuin gaan. Daar zitten ze op een veilige afstand en kan je ze goed zien.

 

296 woorden

3368