De gorilla is de grootste aap. Hij is ongeveer net zo groot als een mens. Een gorilla weegt wel 100 kilo. De vrouwtjes zijn kleiner en minder dik dan de mannetjes. Gorilla’s hebben een korte zwarte vacht. Op hun gezicht zit geen haar. Een volwassen mannetje is niet helemaal zwart. Op zijn rug zit een zilver-grijze vlek.
Gorilla’s hebben kleine ogen, die dicht bij elkaar staan. Toch kunnen ze goed zien. Door de grote wenkbrauwen lijkt het of een gorilla boos kijkt. Toch is een gorilla niet zo kwaad als hij eruitziet. De oren van een gorilla zien er bijna net zo uit als de oren van mensen. Een gorilla kan goed horen. Ruiken kan hij ook heel goed. Zijn neus is breed en plat met twee erg grote neusgaten.
Omdat gorilla’s erg groot zijn hebben ze dus veel voedsel nodig. Ze eten wel twee uur achter elkaar. Dan is hun buik pas gevuld. Ze drinken er niet bij. Dat is ook niet nodig. In de bladeren en vruchten zit veel sap. Na twee uur zijn de gorilla’s erg moe geworden. Ze lopen dan nog wat. Dan wordt het tijd voor een middagdutje. Gorilla’s zijn dol op zonnebaden. Ze kunnen uren in de zon liggen. Dan hebben ze het erg warm. Het zweet loopt over hun kop.
Lang geleden dachten de mensen dat gorilla’s erg gevaarlijk zijn. Nu weten we dat dit niet waar is. Een gorilla is eigenlijk een schuw dier. Hij is een beetje bang. Als hij mensen ziet, gaat hij er snel vandoor. Maar mensen moeten niet te dichtbij komen. Dan denkt de gorilla dat hij aangevallen wordt. Met veel kabaal rent hij op de vijand af. Maar hij durft niet goed. Als een mens rustig blijft staan, gaat de gorilla er vandoor.
9453